
De zin waar ik me het meest over verbaas als ik bij het Dolfinarium meehelp bij een demonstratie op mijn vrije zaterdag is, na wat wikken en wegen: "Ga een baan zoeken.’’ Het is best apart dat ik een baan moet gaan zoeken op mijn vrije zaterdag. Dan zouden deze bezoekers dat toch ook moeten gaan doen? Want blijkbaar hebben we allebei een vrije dag, alleen kiezen we ervoor om die anders in te vullen. Onze kostbare vrije tijd besteden we verschillend. Misschien, bedacht ik me vandaag, denken ze dat ik geen geld heb om naar binnen te kunnen. Dat ze met me meeleven en een (ongevraagd) advies geven. “Ga een baan zoeken. Want als je een baan hebt, hoef je daar niet zo te staan en kan je je tijd anders besteden. Dan kan je gezellig een dagje naar het Dolfinarium.’’ Zoiets? Ik vul het maar even in voor ze. Veel mensen zeggen vaak namelijk niet wat ze echt bedoelen. Zijn niet altijd even duidelijk en concreet in wat ze nu eigenlijk willen zeggen. En kijken daarbij door hun eigen bril. Doe ik ook natuurlijk.
Wellicht gunnen ze mij net zo’n leuk dagje uit als dat ze zichzelf gunnen? Ik denk helaas van niet. Door de jaren heen en de verschillende demonstraties bij het Dolfinarium die ik heb bijgewoond, is mij één ding wel duidelijk geworden: veel bezoekers van het Dolfinarium zijn niet echt aardig in hun gedrag richting ons, de activisten. Eerlijk gezegd: ze zijn ronduit onaardig. En onfatsoenlijk. Richting mensen die anders denken, anders kijken, anders voelen, maar prima en fatsoenlijk van karakter zijn. Onze demonstraties worden echter gezien als ‘extreem’, als onaardig, als niet-nuttig. En als de acties extreem, onaardig en niet-nuttig zijn, dan zijn de activisten dat ook. En als je een extreme, onaardige en niet-nuttige activist bent op een zaterdag, dan ben je door de week blijkbaar een niet-nuttig mens en heb je ineens geen baan. En moet je werk gaan zoeken op je vrije zaterdag. Super advies. Echt! Het is dat ik maandag weer naar mijn werk moet, maar anders…..
Ik heb nog nooit een activist naar een Dolfinarium bezoeker horen roepen: “Je staat gigantisch voor lul!” Andersom wel. Meerdere malen zelfs. Soms komt er ook nog een middelvinger bij. Is dat nuttig? Ik vind van niet. Ik vind het onfatsoenlijk, ongepast en extreem. Als je het in termen van zwart-wit denken wil plaatsen, dan vind ik ons wit en het gros van de bezoekers van het Dolfinarium zwart. Ik richt me graag op de grijze groep, want die is er gelukkig ook. Die nemen een folder aan of komen vragen waarom we daar staan. Die leggen aan hun kinderen uit dat ‘’wij anders denken over de dolfijnen in het Dolfinarium.’’ Soms gaan de grijze mensen niet naar binnen, maar meestal wel. Ik hoop dan altijd dat de folder die ze aannemen en hopelijk lezen, dat die folder ze door een andere bril naar de show laat kijken. Dat kinderen vragen gaan stellen aan hun ouders. Dat ze zien dat de lagune misschien wel groot lijkt, maar het niet is. Dat ze voelen dat een dolfijn niet als een surfplank gebruikt hoort te worden als je van deze dieren houdt. Je gaat toch ook niet op de neus van je hond staan?
Het is moeilijk inschatten hoe je mensen anders naar een situatie kan laten kijken die ze prima en acceptabel vinden. Als je je zintuigen er niet voor openzet, je niet door wilt hebben dat prachtige dieren tot product, tot surfplank zijn gemaakt, dan zie en voel je ook niet dat het anders kan. Je stuurt toch je eigen zintuigen aan. Dat is een bewuste keuze. Kijk je naar links of naar rechts? Of kijk je naar links en naar rechts? Kijk je naar zwart of naar wit? Of naar zwart en naar wit? Durf je je zintuigen anders te gebruiken dan dat je altijd gedaan hebt? Durf je de bril waar je altijd door kijkt af te zetten en eens door een andere te kijken? Daar is best wat moed voor nodig vind ik. Je in grijs gebied begeven en misschien tegen jezelf moeten zeggen: “Dat heb ik nooit geweten en nooit over nagedacht. Blij dat ik het nu weet. Blij dat ik het nu zie en dat ik het door heb.’’
De wit-denkende mensen, de tegenstanders van het Dolfinarium, spreken mij natuurlijk het meeste aan. Dat zijn gelijkgestemden, daar krijg ik energie van. Liefde. Hoop. Daar voel ik me op mijn gemak bij. Het maakt mijn leven mooier en ik voel me beter als ik dierbewust leef. Het voelt goed om voor het Dolfinarium te staan en er niet naar binnen te gaan.
De zwart-denkende mensen ga ik ondertussen het liefst uit de weg. Dat heb ik wel geleerd. Ze kosten me energie en geven me een down gevoel. En dat wil ik niet. Je leeft tenslotte maar één keer en je kunt zelf de keuze maken: wil ik zwart, wit of grijs in mijn leven. Ik heb niet de illusie dat ik (of één van mijn vrienden) deze mensen op andere gedachten kan brengen. Dat een bord met de tekst: een dolfijn is geen surfplank, bij hun binnenkomt. Tenminste niet nu. Wellicht later, als de tijd daar is. Als het gebied wat grijzer is geworden. Misschien ook wel nooit. Kan ook. Maar het komt zeker niet binnen op het moment dat ze hun middelvinger opsteken en van grote afstand durven te roepen dat wij voor lul staan. En trouwens, wie staat er hier eigenlijk voor lul? Vraag ik me dan serieus af. Op mijn welverdiende vrije zaterdag.
Tja, je ziet het pas als je het door hebt.
Tekst: Marleen 2016
Foto: Dolfinariumvrij Nederland
Wellicht gunnen ze mij net zo’n leuk dagje uit als dat ze zichzelf gunnen? Ik denk helaas van niet. Door de jaren heen en de verschillende demonstraties bij het Dolfinarium die ik heb bijgewoond, is mij één ding wel duidelijk geworden: veel bezoekers van het Dolfinarium zijn niet echt aardig in hun gedrag richting ons, de activisten. Eerlijk gezegd: ze zijn ronduit onaardig. En onfatsoenlijk. Richting mensen die anders denken, anders kijken, anders voelen, maar prima en fatsoenlijk van karakter zijn. Onze demonstraties worden echter gezien als ‘extreem’, als onaardig, als niet-nuttig. En als de acties extreem, onaardig en niet-nuttig zijn, dan zijn de activisten dat ook. En als je een extreme, onaardige en niet-nuttige activist bent op een zaterdag, dan ben je door de week blijkbaar een niet-nuttig mens en heb je ineens geen baan. En moet je werk gaan zoeken op je vrije zaterdag. Super advies. Echt! Het is dat ik maandag weer naar mijn werk moet, maar anders…..
Ik heb nog nooit een activist naar een Dolfinarium bezoeker horen roepen: “Je staat gigantisch voor lul!” Andersom wel. Meerdere malen zelfs. Soms komt er ook nog een middelvinger bij. Is dat nuttig? Ik vind van niet. Ik vind het onfatsoenlijk, ongepast en extreem. Als je het in termen van zwart-wit denken wil plaatsen, dan vind ik ons wit en het gros van de bezoekers van het Dolfinarium zwart. Ik richt me graag op de grijze groep, want die is er gelukkig ook. Die nemen een folder aan of komen vragen waarom we daar staan. Die leggen aan hun kinderen uit dat ‘’wij anders denken over de dolfijnen in het Dolfinarium.’’ Soms gaan de grijze mensen niet naar binnen, maar meestal wel. Ik hoop dan altijd dat de folder die ze aannemen en hopelijk lezen, dat die folder ze door een andere bril naar de show laat kijken. Dat kinderen vragen gaan stellen aan hun ouders. Dat ze zien dat de lagune misschien wel groot lijkt, maar het niet is. Dat ze voelen dat een dolfijn niet als een surfplank gebruikt hoort te worden als je van deze dieren houdt. Je gaat toch ook niet op de neus van je hond staan?
Het is moeilijk inschatten hoe je mensen anders naar een situatie kan laten kijken die ze prima en acceptabel vinden. Als je je zintuigen er niet voor openzet, je niet door wilt hebben dat prachtige dieren tot product, tot surfplank zijn gemaakt, dan zie en voel je ook niet dat het anders kan. Je stuurt toch je eigen zintuigen aan. Dat is een bewuste keuze. Kijk je naar links of naar rechts? Of kijk je naar links en naar rechts? Kijk je naar zwart of naar wit? Of naar zwart en naar wit? Durf je je zintuigen anders te gebruiken dan dat je altijd gedaan hebt? Durf je de bril waar je altijd door kijkt af te zetten en eens door een andere te kijken? Daar is best wat moed voor nodig vind ik. Je in grijs gebied begeven en misschien tegen jezelf moeten zeggen: “Dat heb ik nooit geweten en nooit over nagedacht. Blij dat ik het nu weet. Blij dat ik het nu zie en dat ik het door heb.’’
De wit-denkende mensen, de tegenstanders van het Dolfinarium, spreken mij natuurlijk het meeste aan. Dat zijn gelijkgestemden, daar krijg ik energie van. Liefde. Hoop. Daar voel ik me op mijn gemak bij. Het maakt mijn leven mooier en ik voel me beter als ik dierbewust leef. Het voelt goed om voor het Dolfinarium te staan en er niet naar binnen te gaan.
De zwart-denkende mensen ga ik ondertussen het liefst uit de weg. Dat heb ik wel geleerd. Ze kosten me energie en geven me een down gevoel. En dat wil ik niet. Je leeft tenslotte maar één keer en je kunt zelf de keuze maken: wil ik zwart, wit of grijs in mijn leven. Ik heb niet de illusie dat ik (of één van mijn vrienden) deze mensen op andere gedachten kan brengen. Dat een bord met de tekst: een dolfijn is geen surfplank, bij hun binnenkomt. Tenminste niet nu. Wellicht later, als de tijd daar is. Als het gebied wat grijzer is geworden. Misschien ook wel nooit. Kan ook. Maar het komt zeker niet binnen op het moment dat ze hun middelvinger opsteken en van grote afstand durven te roepen dat wij voor lul staan. En trouwens, wie staat er hier eigenlijk voor lul? Vraag ik me dan serieus af. Op mijn welverdiende vrije zaterdag.
Tja, je ziet het pas als je het door hebt.
Tekst: Marleen 2016
Foto: Dolfinariumvrij Nederland